bulkycostscartcheckbox-checkedcheckbox-uncheckedclosecomparison Folder home hook iso list Magnifier NEU picto-tablerating-stars star tooltip warning wishlist

Advies

CO-meetapparatuur: koolmonoxide en kooldioxide detecteren

"Dikke lucht" op de werkplek heeft niet altijd iets te maken met het humeur van de werknemers. Vaak veroorzaken ook plaatselijke gebeurtenissen gevaar - van onvolledige verbranding van koolstofhoudende stoffen tot virushoudende ademluchtaërosolen in ongeventileerde ruimten. Met meetinstrumenten voor CO en CO2 kan de lucht worden gecontroleerd op het gehalte aan respectievelijk koolmonoxide en kooldioxide.

Op deze pagina informeren wij u over de gevaren van CO en CO2 en geven wij u praktische tips voor de aanschaf en het gebruik van CO-meetapparatuur.



Achtergrondinformatie over koolmonoxide (CO)

Koolstofmonoxide, chemische naam CO, is een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat iets minder dicht is dan lucht. Het is giftig voor mensen en voor alle levende organismen die hemoglobine als zuurstofdrager gebruiken wanneer het voorkomt in concentraties boven ongeveer 35 ppm. De afkorting ppm staat voor "parts per million". Bij het inademen van lucht begint de giftigheid van CO wanneer er 35 CO-moleculen zijn op een miljoen luchtmoleculen.

Koolmonoxidevergiftiging is in veel landen de meest voorkomende vorm van dodelijke luchtvergiftiging. Veel voorkomende symptomen zijn hoofdpijn, misselijkheid, braken, duizeligheid, vermoeidheid en een zwak gevoel. Neurologische symptomen zijn verwarring, desoriëntatie, visuele stoornissen, flauwvallen en toevallen.

Typische bronnen van koolmonoxide zijn met koolstof gestookte boilers, ovens of ketels, hout- of gashaarden en verbrandingsmotoren van bijvoorbeeld motorvoertuigen of generatoren.



Hoe werken CO-meters?

Zoals elk elektronisch meettoestel maken ook CO- en CO2-meters gebruik van sensoren.

Voor het meten van koolmonoxide zijn deze CO-sensoren gemaakt van tindioxide. Wanneer CO-houdende lucht op de sensor stroomt, verandert het koolmonoxide in kooldioxide, waardoor de geleidbaarheid van de sensor verandert. Hoe hoger het aandeel CO, hoe groter de verandering van de weerstand, die de CO-detector als een optische en akoestische waarschuwing afgeeft.

Meetapparatuur voor kooldioxide werkt volgens hetzelfde principe wat betreft de alarmering.

Als sensorsysteem wordt hier echter een lichtbarrière gebruikt die bestaat uit een infrarode lichtbron en een fotocel die alleen gevoelig is voor infrarood. Detectie vindt plaats door het meten van de intensiteit van de lichtstraal, die afhangt van het CO2-gehalte van de lucht.



MAK-waarden naleven in bedrijven

De afkorting MAK staat voor "maximale werkplekconcentratie". De bijbehorende waarde geeft de hoogst toelaatbare concentratie aan van een stof als damp, gas of zwevende stof in de lucht op de werkplek.

De concentratie wordt gemeten in milligram per kubieke meter of in de reeds genoemde delen per miljoen.

Voor koolmonoxide is de grenswaarde 35 milligram per kubieke meter of iets minder dan 44 delen per miljoen, voor kooldioxide 9100 milligram per kubieke meter of ongeveer 18.000 delen per miljoen.

De omrekening van milligram per kubieke meter naar ppm is overigens vrij eenvoudig en vaak noodzakelijk, aangezien veel CO-meetapparatuur alleen ppm-waarden aangeeft.

Voor de omrekening wordt de milligramwaarde vermenigvuldigd met de standaarddichtheid van het gas. Dit is 1,250 voor koolmonoxide en 1,977 voor kooldioxide.



Tips voor de aanschaf en het gebruik van CO-meetapparatuur

Essentiële criteria voor de aanschaf van CO-detectoren zijn het soort te meten gas, het meetbereik en de gebruiksduur.

Sommige meetapparaten detecteren alleen koolmonoxide, maar de meeste zijn ook geschikt om kooldioxide en soms ook zuurstof te meten.

Het maximale meetbereik voor CO-detectoren bedraagt 1000 ppm, voor CO2-detectoren 9999 ppm. Er zijn ook apparaten beschikbaar die bovendien gassen zoals waterstofsulfide, temperatuur en vochtigheid detecteren.

Wat de gebruiksduur betreft, werken de meeste CO-detectoren in verschillende standen. Een spontane meting is net zo goed mogelijk als een opslagmeting over een langere periode. De gemeten waarden worden opgeslagen in geheugencellen.

In veel gevallen is ook de alarmmodus beschikbaar. Een koolmonoxidemelder bijvoorbeeld waarschuwt met pieptonen als de huidige gemeten CO-waarde meer dan 30 ppm en minder dan 200 ppm bedraagt. Wanneer 200 ppm wordt overschreden, geeft het apparaat een continu geluidssignaal. Continue werking van een meetapparaat voor verontreinigende stoffen is ook mogelijk. Sommige modellen kunnen tot twee jaar op één set batterijen werken.

Bijna alle Co- en CO2-detectoren hebben een gemakkelijk af te lezen LC-display en beschikken over een zelftestfunctie en in veel gevallen over automatische kalibratie.