Outdoor: RC zweefvliegtuigen
Wat is thermiek?
Thermische stijgwinden ontstaan door temperatuurverschillen in de luchtmassa. De zon verwarmt het aardoppervlak en de lucht die zich daarboven bevindt. Omdat warme lucht lichter is dan koude lucht, stijgt deze net als grote zeepbellen omhoog. De lucht stijgt zolang op, totdat het in een luchtmassa komt die ongeveer dezelfde dichtheid heeft. De intensiteit van deze stijgwinden is afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de luchtlagen. Dit is weer sterk afhankelijk van de hoek van de zonnestralen en het temperatuurverloop in de atmosfeer.
Een andere factor is de samenstelling van het aardoppervlak, zoals bijv. vochtigheid en begroeiing. Een droog graanveld kan meer warmte afgeven dan een nat weiland. Een indicator voor sterke stijgwinden is bewolking (cumulus- of schapenwolken). Wolken ontstaan door het afkoelen van de opstijgende lucht. De koelere lucht kan het vocht niet meer binden waardoor dit condenseert. De condensatiewarmte die daardoor vrijkomt kan in gunstige omstandigheden leiden tot een nog verder stijgen van de luchtmassa. De wolk gaat zelf lucht aanzuigen en zorgt daarmee voor nog meer stijgwinden. Bij een zeer lage luchtvochtigheid en/of ontbrekende condensatiekernen kan het ontstaan van wolken ook uitblijven. In dit geval spreekt men van blauwthermiek. De thermiek is in dit geval zeer moeilijk te lokaliseren en is misschien alleen nog te herkennen door hoog opwaaiend stof en pollen.
Hellingvlucht met RC zweefvliegtuigen
Hellingwind kan in principe op twee manieren ontstaan:
- Door een constante regionale wind, in de richting van de loefzijde van de berghelling, die zorgt voor een stijgende luchtbeweging en achter de bergkam aan de lijzijde zorgt het voor een lijdraaiwind en een dalende wind. Volgens een vaste formule is de hoogte die kan worden bereikt ongeveer twee keer zo hoog als de berg. Wanneer de lucht voldoende vochtig is kunnen er boven de bergkam wolken ontstaan, die aan de lijzijde weer oplossen.
- Bij zonneschijn en weinig wind, door de zonnestralen. De zon verwarmt de lucht vlak boven de grond, deze stijgt dan langs de helling naar boven op. Wanneer de uit het dal toestromende lucht voldoende vochtig is, kunnen er al betrekkelijk vroeg in de dag wolken ontstaan in de buurt van de bergtop.
- Na zonsondergang ontstaat dan een dalende hangwind, omdat de lucht bij de grond op de helling door de straling 's nachts sterker afkoelt dan de lucht op gelijke hoogte. Omdat koude lucht een hogere dichtheid heeft, stroomt het van de helling naar beneden.
Dynamic Soaring (hellingzweven)
Naast een geschikt model moet het terrein ook geschikt zijn. Het hoeft niet persé een superhoge berg te zijn, ook een kleinere helling, bijv. met een rij bomen, kan al voldoende zijn voor Dynamic Soaring. Het belangrijkste is dat er een scherpe scheidslijn ontstaat door de snelstromende lucht en de lijzijde.
De optimale vluchtbaan wordt op de afbeelding getoond. Afhankelijk van het terrein kan deze echter heel anders zijn. Het is niet nodig nauwe bochten te vliegen, omdat het model in de bovenste bocht door de stroming vanzelf sneller gaat. Normaal gesproken zijn cirkels van gelijkmatige grootte optimaal. Voor iedere berg moet de optimale vliegbaan worden gevlogen Maar wees voorzichtig; de lijwind en de turbulentie kunnen soms heel sterk zijn. Wegduiken in de bovenste bocht kan al snel een adrenalinekick veroorzaken en kan het einde van het model betekenen. Bij sterke lijdraaiwinden kan ook een versnelling ontstaan in de onderste bocht.